Royal Antwerp FC Archive Website

Stadions en Terreinen


1880 - 1893 Wilrycksche Plein (Kiel)

Het eerste terrein bevond zich zo'n 300 meter van het Kruishof, op het "Wilrycksche Plein": een uitgestrekte grasvlakte (waar nu het Bouwcentrum staat) die vaak als militair oefenveld gebruikt werd en daardoor ook als "Plaine des Manoeuvres" gekend was. Het elitaire Frans stond in Antwerpen, net als in de rest van Vlaanderen, immers hoog in aanzien. Hier werden de eerste doelpalen - niets meer dan dunne stokjes met een touwtje verbonden - in de grond geslagen en kalklijnen getrokken. Dat mocht, indien men zich aan twee voorwaarden hield: ten vroegste één uur voor de aftrap het speelveld in gereedheid brengen en ten laatste alles weer verwijderen één uur na de wedstrijd. Het aanvoeren en nadien opbergen van doelpalen, cornervlaggen en emmers met kalk betekende jarenlang een lastig karwei voor spelers en bestuur. En dan was er nog de schoonmaak van het terrein, waar telkens opnieuw stenen, dode takken, glasscherven e.d. rondslingerden.
Stadionhistoriek

1893 - 1895 Transvaalstraat (Berchem)

Na het primitieve gedoe op het Wilrycksche Plein verhuisde de club in het najaar van 1893 naar een goed genivelleerd en afgesloten terrein, circa 14.000 vierkante meter groot, gelegen tussen een landweg die later de befaamde Cogels-Osylei zou worden, de Transvaalstraat en de Generaal van Merlenstraat. Dit mooi gelegen stuk grond behoorde toe aan de "Société Anonyme pour la Construction de Maisons bourgeoises" en werd door de heren Herbert Debenham en Martin Price aan 1.000 frank per jaar geleast voor een periode van drie jaar. Op 3 december 1893 werden de nieuwe installaties ingehuldigd met een voetbalwedstrijd tegen "Victoria Cricket and Football Club" uit Rotterdam. Ter gelegenheid van deze plechtige opening werd voor de eerste keer in de Belgische voetbalgeschiedenis entreegeld gevraagd (50 centiemen), in hoofdzaak bedoeld om de kosten voor de verdere aanleg van sportterreinen te financieren. 500 toeschouwers woonden de wedstrijd bij. Uitslag: 2-2.
Stadionhistoriek

1895 - 1897 Terrein naast Velodroom Zurenborg (Berchem)

In 1895 werd reeds uitgekeken naar een nieuw terrein en dankzij de goede contacten met het wielermilieu en Emile van Migem, medestichter van de "Antwerp Bicycle Club" en directeur van "La Société Anonyme du Vélodrome d'Anvers", kon Antwerp FC voortaan beschikken over een terrein dat grensde aan de Velodroom van Zurenborg (nu de Generaal Capiaumontstraat). Vanaf april 1897 mocht Antwerp FC zelfs gratis gebruik maken van het middenplein van deze bekende wielerpiste (thans de Velodroomstraat).

Velodroom.
Stadionhistoriek

1897 - 1903 Middenplein Velodroom Zurenborg (Berchem)

Het verblijf van R Antwerp FC in de Velodroom van Zurenborg duurde tot 1903. Hoe dankbaar men ook was ten opzichte van Emile van Migem - die men erevoorzitter van de club maakte - er waren ook een aantal ongemakken: zo kregen wielerwedstrijden altijd de voorkeur op het voetbalgebeuren en werd het terrein in de winter onder water gezet zodat het gebruikt kon worden als schaatsbaan. Toen men steeds minder en minder kon beschikken over de Velodroom en men ook bij de voetbalbond meer en meer de wenkbrauwen begon te fronsen bij het uitstellen van wedstrijden, moest men noodgedwongen op zoek naar alweer een nieuwe locatie.
Stadionhistoriek

1903 - 1908 Kruisstraat (Kiel)

Alfred Verdijck (toen nog speler) vond op het Kiel, in de Kruisstraat, een stuk bouwgrond waarvan de eigenaar bereid werd gevonden zijn terrein voor 6 jaar aan Antwerp te verpachten. Waar de Kruisstraat toen gelegen was, bevindt zich nu het Jan Lichthartplein. Het werd voor de leden van Antwerp FC, en dan zeker voor de bestuursleden, een hele zomer hard werken: het terrein (een zandvlakte met nauwelijks wat gras in de vier hoeken) afbakenen, lijnen aanbrengen, doelen oprichten, enz... Er werd zelfs een houten barak van 4 x 4 meter in elkaar getimmerd die als kleedkamer fungeerde tot men, enige tijd later, over de bovenverdieping van een nabijgelegen café mocht beschikken.
Stadionhistoriek

1908 - 1923 Broodstraat (Kiel)

1908 was een mijlpaal in de geschiedenis van Antwerp FC. De club werd eigenaar. Tijdens het vijfjarig verblijf in de Kruisstraat waren de bestuursleden de miserie niet vergeten die ze hadden meegemaakt: het kon niet blijven duren dat de vereniging iedere 5 à 6 jaar met zijn hele hebben en houwen moest verhuizen. Bovendien steeg de populariteit van de voetbalsport en werden de toeschouwersaantallen steeds groter. Er was dus nood aan ruimte en meer moderne installaties. Er werd een terrein aangeschaft in de Broodstraat (ter hoogte van de huidige Jan Denucéstraat) en voor het eerst in de clubgeschiedenis werd ook een tribune opgericht. Deze was 32 meter lang en bood plaats aan zo'n 350 personen. Daarnaast konden ook nog eens 5.000 toeschouwers de wedstrijd volgen van op een 3 meter hoge omwalling die rond het speelveld was aangelegd en waarop treden waren aangebracht.

Broodstraat Broodstraat
Stadionhistoriek

1923 - heden Bosuilstadion (Deurne-Noord)

Eens de Eerste Wereldoorlog voorbij volstonden ook de installaties in de Broodstraat niet meer om aan de stijgende toeschouwersaantallen tegemoet te komen. Voor de zoveelste maal moest de club naar andere en ruimere accommodaties uitkijken. In de omgeving van het Kiel was daar geen sprake meer van, want in deze drukbewoonde buurt waren de grondprijzen al gestegen tot 30 frank of meer per vierkante meter. Dat zou voor de ongeveer 8 ha grond, die men voorzag voor de nieuwe installaties, alleen al bijna 3 miljoen betekend hebben, zowat het totale budget waarvoor men hoopte het volledig complex op te richten. Op het grondgebied van de gemeente Deurne kreeg men evenwel de gelegenheid een terrein te kopen aan minder dan 1 frank per vierkante meter. Dat terrein was gelegen in de nabijheid van de lusttuin "Boschuil" en enkele kilometers in het rond was nog geen woning te bespeuren. In het zicht van de bouw van een nieuw stadion en om de strenge reglementering van de Belgische voetbalbond, die geen commerciële activiteiten toeliet, te omzeilen, werd R Antwerp FC omgevormd tot een vzw en werd daarnaast de "nv Antwerp Stadion" opgericht. De bouwwerken werden uitgevoerd door de broer van oud-speler en clubbeheerder Henri De Ridder. Het spreekt voor zich dat Alfred Verdijck, sterke man op Antwerp en zelf architect-landmeter, de grote drijfkracht was achter dit enorme project. De inhuldigingswedstrijd vond plaats op 1 november 1923 en betrof een "internationale wedstrijd" België - Engeland (2-2).

Bosuilstadion 1930.

Het Bosuilstadion bood aanvankelijk plaats aan 38.000 toeschouwers, maar werd later, vooral met het oog op de interlands tussen België en Nederland, nog tweemaal vergroot: in 1937 werden de werken uitgevoerd door de bouwfirma Van Riel - Van den Bergh en in 1956 door de Antwerpse Bouwwerken Verbeeck, wat de uiteindelijke capaciteit op ongeveer 60.000 toeschouwers bracht.

Bosuilstadion 1956.

Inmiddels dateert het laatste duel tegen onze noorderburen reeds van 26 maart 1977 (uitslag: 0-2). Daarna verhuisde de KBVB deze publiekstrekker naar de Heizel. Desalniettemin fungeerde de Bosuil nog éénmaal als gastheer voor onze Rode Duivels. Op 12 oktober 1988 werd op het veld van Antwerp namelijk de (tot op heden) laatste interland tegen Brazilië afgewerkt (uitslag: 1-2).
In 1991 werden de staanplaatsen, kant groene zone, afgebroken om plaats te maken voor het Atrium Complex met 800 business-seats. Deze bouwwerken werden uitgevoerd door een tijdelijke vereniging, gevormd rond de bouwfirma Van Riel - Van den Bergh.

Bosuilstadion Tribune 2 Bosuilstadion Oude staan tribune Bosuilstadion Tribune 1
Intussen raakte de rest van het stadion wel steeds meer vervallen. De gedwongen sluitingen van de Bosuil bij de competitiestart van het seizoen 97-98 deden R Antwerp FC uiteindelijk zelfs naar tweede afdeling afglijden... De uitgestelde wedstrijden stapelden zich op en wegens het tekort aan gespeelde matchen bleef R Antwerp FC automatisch van punten verstoken. De inhaalwedstrijden die achteraf aan een sneltreintempo en onder enorme druk werden afgehaspeld konden geen kentering meer brengen, waardoor Antwerp degradeerde.

Bosuilstadion Staanplaatsen Bosuilstadion Ingang Bosuilstadion Business Seats
Inmiddels was ook Euro 2000 aan de Bosuil voorbij gegaan. Het dossier inzake het Eurostadion raakte (genoegzaam bekend) niet op tijd rond en de sportieve impuls waarvoor het nieuwe complex had kunnen zorgen bleef uit. Voorzitter Wauters zocht daarop naar privé-initiatieven en vond Raoul Dedonder (in het dagelijks leven zaakvoerder van een onderneming voor houtinvoer). Samen met sponsor Palm en enkele andere grote bedrijven sprokkelde de club zelf 70 miljoen Bfr. bij elkaar en konden alsnog de werken tot afbraak en bouw van de nieuwe tribune, kant Merksem, aangevat worden.

Bosuilstadion Familie Tribune Bosuilstadion Familie Tribune Bosuilstadion Familie Tribune
De nieuwe tribune (met 3.000 overdekte zitplaatsen) werd gebouwd aan de hand van de plannen van het Eurostadion, maar de tweede ring (met nog eens 2.500 overdekte zitplaatsen), zoals voorzien in de oorspronkelijke plannen, komt er evenwel (nog) niet. In de nabije toekomst zal overigens eerst werk worden gemaakt van tribune II waarna, in een latere fase, ook een nieuwe eretribune zal worden gebouwd, inclusief business-seats.

Bosuilstadion Familie Tribune Bosuilstadion Familie Tribune Bosuilstadion Familie Tribune
De sportieve toekomst van de Bosuilsite is onzeker sedert het plan van het Antwerpse Stadsbestuur om een Stedelijk (Haven)stadion te ontwikkelen op de terreinen van Petroleum-Zuid. De mogelijke verhuis naar een gemeenschappelijk stadion voor de twee Antwerpse voetbalclubs luidt mogelijk het einde van de historische 'Hel van Deurne-Noord' in.
Stadionhistoriek